maandag 6 februari 2012

BRUG GEBOUWD

Een kort bericht, wat zelden voorkomt.
'Andacht zum Kleinen', gaf Rudolf Steiner aan is een belangrijk thema.
Na enige blog-reactie's-schermutselingen is er nu sprake van 'on speaking terms' te zijn.


Michel Gastkemper heeft een nieuwe reactie op het bericht "Molen" achtergelaten: op 3 februari 2012 Blog Antroposofie in de Pers.

Beste Matthijs,
Ja, die update van het faillissementsverslag ken ik; deze meldde ik op 24 januari in ‘Recontructie’. Het gaat je trouwens goed af op je eigen weblog, er begint al aardig wat tekening in te komen. Vooral ‘BEELDVORMING over column's in concept’ en‘KRITIKER’ vond ik interessant. 



Met de http://www.aardespiegel.nl/  podium voor geesteswetenschappelijke onderzoeksjournalistiek is contact  gemaakt over verdere samenwerking en de vorm en inhoud daarvan.

vrijdag 3 februari 2012

Cultuur honderdveertien jaar geleden en het regeringsbeleid 2011/2012.


Cultuur honderdveertien jaar geleden en het regeringsbeleid 2011/2012.

Op zoek naar hoe Rudolf Steiner zich uitspreekt over journalistiek en enkele facetten daarvan, passeer ik teksten over dramaturgie, theater en de plaats van cultuur rond 1898.

Ik ben verbaasd over b.v. dit deel tegen de achtergrond van de vorig veel besproken bezuinigingen op allerlei vormen van de kunsten.

Rudolf Steiner geesteswetenschappelijk onderzoeker 27-02-1861-30-03-1925†, daar is veel tegen of voor van te melden. Ik kan mij verenigen met zijn gezichtspunten op de betekenis van cultuur en de betekenis voor de samenleving.

Vertaald uit «Dramaturgische Blätter» 1e jrg. nr.3 Berlin en Weimar vanaf oktober 1898, Organ des Deutschen Bühnenvereins.

"De Theaterdirecties zullen niet meer moeten worden gedwongen, zich naar de smaak van het publiek te richten.
Zij zullen hun ambt moeten uitvoeren vanuit door idealen gedragen visies, waarover de staat de wake houdt.
De auteur geloofd, dat de theatermisère zal ophouden, indien geen directeur de angst hoeft te hebben, dat zijn theater leeg blijft, indien hij de echte kunst dient.
De theater dienen niet leeg te blijven omdat een andere directeur de oppervlakkige, laag bij de grondse smaak dient en zijn publiek weglokt.
De staat zal-naar de mening van de auteur- alle theaters op dezelfde wijze tot dienstbare organen van de ware kunst maken, en elke vuile concurrentiestrijd dient te stoppen".
Uit GA 29: Seite: 5.

Het kabinet bezuinigt ruim drie keer zoveel op kunst en cultuur als op andere beleidsterreinen, sprak de staatsecretaris Halbe Zijlstra VVD, omdat een echte cultuurverandering anders niet mogelijk is. 'Als je écht een omslag wil maken, is een onsje eraf niet genoeg.'
Dat idealistische streven naar een 'gezonde cultuursector', waarbij het publiek betaalt en bepaalt, werd dit jaar gewogen.

…Werd de invoering van 19% btw voor de podiumkunsten met een half jaar uitgesteld, voor de beeldende kunsten ging ie meteen in.
Voor de aardigheid nog maar eens welke sectoren buiten die beslissing vielen: vlees, vis, zuivel, boeken, geneesmiddelen, konijnenvoer, kappers, papieren krant, circus, bioscopen, sportbeoefening, voetbalwedstrijden & attractie-parken.

…Ook het ministerie van Financiën haalde – op de valreep – nog een flinke duit uit het zakje voor de musea. Zij mogen niet langer gebruik maken van de vrijstellingsregeling op commerciële activiteiten zoals museum-shop of café.

…Zelfstandigen
…Naast de btw-verhoging vielen voor alle zzp’ers in de cultuursector (dwz alle zelfstandig werkende kunstenaars als beeldhouwers, schilders, acteurs, ontwerpers, muzikanten en acteurs) nog enkele zware klappen: de zelfstandigen-aftrek geldt alleen nog voor succesvolle ondernemers dwz de klein-verdieners komen niet meer in aanmerking voor zelfstandigen-aftrek (zoals oudedag-reserve) plus geen invoering van een minimum tarief voor zelfstandige arbeid.
Voeg daarbij dat zelfstandige kunstenaars vaak geen aanvraag kunnen indien bij de grote particuliere fondsen, dat is voorbehouden aan instellingen.

…Voor de podiumkunsten als geheel kwam de klap via verminderde bezoekersaantallen, verplicht méér populaire programmeringen plus minder voorstellingen per seizoen. Van de bezoekers valt nog te melden dat vooral mensen met een lager inkomen (35% van het bezoekersbestand) het theater vaker zullen mijden.

…Een onderzoek van de Atlas Nederlandse Gemeenten toonde aan dat de kosten van de bezuinigingen in geval van de podiumkunsten ongeveer twee keer zo hoog zijn als de opbrengst voor de schatkist. Dergelijke zakelijke argumenten waren echter aan dovemans oren gericht.

Provincies.
Het Rijk kortte ook op het Provinciefonds.
De vernieuwde provincie-besturen trokken zich deels terug op hun kerntaken (ruimtelijke inrichting, economie, natuur en recreatie en mobiliteit) en bezuinigden in meer of mindere mate op cultuur…Veel provincies bezuinigden tevens op budgetten voor projectsubsidies…Dat heeft direct effect op activiteiten in gemeenten: minder theatervoorstellingen, tentoonstellingen en minder muziekuitvoeringen.

Gemeentes.
Ook de gemeentes bezuinigden fors op de cultuur-sector.
Enerzijds door de bezuiniging op het Gemeentefonds, anderzijds door tegenvallende grond-exploitatie.
Gemeentes noemen als oorzaak dat een aanzienlijk deel van het cultuurbudget 'vrij geld' is, waardoor bezuinigingen hier makkelijker kunnen worden doorgevoerd dan op andere terreinen

Bibliotheken.
Gemeenten subsidiëren voor 90 % de bibliotheken in Nederland. Het kabinet adviseerde weliswaar bibliotheken te ontzien in bezuinigingsplannen, maar dat advies wordt door veel gemeenten niet opgevolgd.
Volgens de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) worden van de ruim duizend vestigingen in Nederland ruim driehonderd gesloten.

Muziekscholen
De CNV Kunstenbond telde dat dit jaar 25 muziekscholen hun deuren moeten sluiten. Volgend jaar zou dat het dubbele aantal zijn, en daarna nog eens 75 scholen. In Nederland zijn zo’n 200 muziekscholen en centra voor cultuur die afhankelijk zijn van subsidie.
Conclusie: over drie jaar bestaat een groot deel daarvan niet meer.
Want "als de muziekschool de kostprijs moet rekenen, krijgen leerlingen te maken met astronomisch hoge bedragen."

28-12-2011 Norbert Roovers op http://www.cultureelpersbureau.nl
Norbert Roovers, kunstsocioloog, werkt sinds okt. 2011 aan o.a. een nieuwsarchief van alle bezuinigingen op kunst & cultuur in Nederland.

Daar is-t-ie dan: de definitieve wetswijziging die beslist over de toekomst van 16.500 fte’s en duizenden ZZP’ers, gepubliceert 19 januari 2012 door redactie DEDODO cultureel persbureau.

Er zullen banen verdwijnen, hoeveel is niet goed in te schatten.
Ten eerste zijn er nu geen goede werkgelegenheidscijfers beschikbaar.
Gezien de omzet wordt de werkgelegenheid van cultuurinstellingen gesubsidieerd door het Rijk of een fonds, geschat op circa 16.500 voltijdsequivalenten of fte’s.
Gemiddeld telt 1 werkzame persoon in deze sector voor 0.70 fte.
In personen is 16.500 fte’s dan gelijk aan circa 23.570 personen. Het precieze aantal personen dat werkloos zal worden, is nog niet met zekerheid vast te stellen.
Hoeveel banen uiteindelijk verdwijnen is afhankelijk van de mate waarin instellingen met minder subsidie verder kunnen of nieuwe geldstromen weten te vinden.

KRITIKER

Op zoek naar hoe Rudolf Steiner zich uitspreekt over journalistiek en enkele facetten daarvan, passeer ik teksten over dramaturgie, theater en de plaats van cultuur rond 1898.
Ik ben verbaasd over b.v. dit deel tegen de achtergrond van de vorig veel besproken bezuinigingen op allerlei vormen van de kunsten, alsof ik de krant van een paar maanden terug lees.


Die Bühnenleiter sollen nicht mehr gezwungen sein, sich nach dem Geschmacke des Publikums zu richten, sondern sie sollen nach idealen Gesichtspunkten, über die der Staat Wache hält, ihr Amt führen.
Der Verfasser glaubt, daß die Theatermisere aufhören werde, falls kein Direktor mehr zu fürchten hat, daß sein Theater leer bleibt, falls er der echten Kunst dient, weil ein anderer Direktor einem seichteren Geschmack dient und ihm das Publikum weglockt.
Der Staat wird — nach der Meinung des Verfassers (Rudolf Steiner)— alle Theater in gleicher Weise zu Werkzeugen der wahren Kunst machen, und jeder schmutzige Konkurrenzkampf werde aufhören.

Honderdveertien jaar geleden??? Uit GA 29: Seite: 5.

Over kritiek e.d.

HERR HARDEN* ALS KRITIKER Buch:29 Seite: 106  
Eine Abrechnung

Der Kritiker hat ein königliches Amt; er soll es wie ein König üben. Alle Größen verfallen ihm.
Er urteilt über die Dichter und Denker, über die Könige und Krieger; er soll das Urteil der Mitwelt und Nachwelt über sie begründen.
Dazu muß er selbst innerlich reich sein an mannigfacher Erkenntnis, fest, treu und wahrhaftig, liebevoll und weit. Wer mit diesen Eigenschaften ausgestattet ist, soll königlich beurteilen, was geschieht und was geschaffen wird; kein Kannegießer und kein Sklav, weder der Öffentlichen Meinung noch des Königs Sklav, weder des Staats noch der Kirche Sklav, noch irgendeiner Clique, soll er seines heiligen Amtes walten.

So soll ein rechter Kritiker sein. Und wie soll er nicht sein? —
Das sagt niemand besser als der klassische Kritiker Lessing im 57. antiquarischen Briefe: «Sobald der Kunstrichter verrät, daß er von seinem Autor mehr weiß, als ihm die Schriften desselben
sagen können, sobald er sich aus dieser näheren Kenntnis des geringsten — vermeintlichen oder wirklichen — nachteiligen Zuges wider ihn bedient: sogleich wird sein Tadel persönliche Beleidigung.
Er hört auf, Kunstrichter zu sein, und wird — das verächtlichste, was ein vernünftiges Geschöpf werden kann — Klätscher, Anschwärzer, Pasquillant!

Kritische woorden die oproepen tot bezinning en een karakteristiek met opvallende overgang!






donderdag 2 februari 2012

BEELDVORMING over column's in concept


Om beeldvorming over schrijven te vormen, maak ik een citatencollectie uit onderstaande bron.

Columnisten kiezen de beste in hun vak, Vrij Nederland 03. 21 januari 2012, jaargang 73.
Over stukjestikkers en schrijfdenkers.
Een selectie.
ü  Rob Hoogland de Telegraaf. Geldend is iets leesbaars op papier zetten. Hij heeft de ervaring na 6.000 columns, dat het altijd goed komt. Ik weet van tevoren waar ik over ga schrijven, maar het ideeën kan zich schrijvend verder vormen. Bij mijn eerste regel weet ik echt niet wat de laatste zal zijn.
De grootste ramp die een columnist kan overkomen is een ramp…Ik ben totaal geen moraalridder…De kracht zit ‘m toch in het kleine, in dat ene schitterende detail.

ü  Theodor Holman Het Parool en de Groene. Vorm is voor mij veel belangrijker dan de inhoud. Een column is voor mij vermaak…De column vormt zich al schrijvend. Ik begin soms op de helft weer opnieuw, omdat er niet staat wat er moet staan…Tijdens het schrijven blijkt het dan opeens een betoog te worden. Te veel willen beweren is vaak fataal. Een column moet persoonlijk zijn. Ik wil polemisch zijn, soms ruziemaken. Al ben ik nauwelijks geïnteresseerd in meningen. De mening moet namelijk altijd in dienst staan van de stijl…Ik vind dat een echte columnist over alles moet kunnen schrijven.

ü  Elsbeth Etty net-ex-NRC Handelsblad. Columns schrijven is een oefening in denken, je dwingt jezelf om een goed beargumenteerde mening te vormen.
Ik wilde als columnist onvoorspelbaar zijn. Dat lukt alleen maar als je in gesprek gaat met jezelf. Proberen dingen van en andere kant te bekijken…Een opiniërende column moet altijd inhoud hebben. Daarbij is het woord 'invalshoek' eigenlijk belangrijker dan 'onderwerp'. Een mening interesseert me niet. Ik wil dat iemand mij een verrassend gezichtspunt aanreikt.

ü  Vincent Bijlo AD. De crux van een goede column is authenticiteit…Voor mij moet een column een compact verhaal zijn dat ervoor zorgt, dat je nadien anders naar een onderwerp kijkt. Ik probeer te kijken in hoeverre ik mijn lezers in de war kan brengen…maar het moet inhoudelijk wel degelijk sterk zijn. De stijl is daarbij niet belangrijker dan de inhoud. Martin Brill was een meester in het schrijven van zinnen van soms maar één woord…Hij noemt Bert Wagendorp, zijn stukjes zitten vol leuke twist's, hij legt van die onverwachte verbanden.

ü  Stephan Sanders Vrij Nederland. Het leukste is dat je de lezer meeneemt in een draai die jezelf tijdens het schrijven hebt gemaakt. De mening zelf is ook niet de hoofdzaak. Een mening is maar zelden uniek. Het gaat erom hoe je die verwoordt…Hij noemt Renate Rubinstein, die heeft de breedte van de column als genre verder uitgebouwd en roemt haar 'brede klavierbereik van China tot verliefdheid en ziek zijn.' Beatrijs Rintsema trekt mij aan door haar prettig laconieke ondertoon. Ze heeft altijd een onverwachte zwaai in petto. Favoriet is Arnon Grunberg dat hamerende ratsj-boem-klats, totaal anders dan ik. Ik benadruk mijn twijfel juist. Remco Campert is geliefd omdat hij als niemand anders zo lichtvoetig het alledaagse gebrek kan beschrijven.

ü  Frits Abrahams NRC handelsblad. Een column moet in de eerste plaats kort en bondig zijn. Je moet geen half essay willen schrijven. Ik schrijf graag anekdotisch…Vorm en inhoud zijn voor mij één…Hugo Brandt Corstius zei eens; 'Een column waarin geen 'ik' voorkomt, is geen column.' Renate Rubinstein was de beste columnist die we ooit hebben gehad. Die bestreek het hele spectrum; van politiek tot privé.
Hij prijst Henk Hofland om zijn prachtige breedte en Bas Heijne, die sterk aanwezig is in het maatschappelijk debat…een briljant stilist…En 'ertoe doen' is voor een columnist uiteindelijk toch het hoogst haalbare.

ü  Aaf Brandt Cortius de Volkskrant. Een goed stukje stat of valt met het idee…Ik moet voor een goed stukje geprikkeld worden. Dat werkt beter dan dat ik alles uit mijn hoofd haal…Als ik ga schrijven, weet ik van tevoren vaak niet waar ik zal uitkomen. ik gebruik notitieblokjes waarin ik invallen en leuke vondsten opschrijf…'goed einde', want dat einde is natuurlijk wel heel belangrijk; daar werk je naartoe. Een column moet geen anekdote zijn. Er moet een draai inzitten. Een bijzondere gedachte, of een opvallende mening…er moet wat te lachen zijn. Een column gaat vorm negentig procent over stijl, en voor maar tien procent over inhoud.

ü  Bert Wagendorp de Volkskrant. Mijn voorganger, Jan Blokker, leek nooit ergens over te twijfelen. terwijl ik vaak laatmerken dat ik het ook niet weet. Een columnist hoeft geen antwoorden te geven, maar mag het van mij ook bij vragen laten. Ik ben een echte schrijfdenker; m’n column vormt zich tijdens het schrijven…Het gebeurd regelmatig dat ik tijdens het schrijven kwaad wordt. Dan neemt die column zijn eigen loop…ik vind het een uitdaging om op dat volle podium, columnisten, toch te schitteren.
Arnon Grunberg wordt bewonderd, de scherpte, dat vermogen tot provoceren vind ik echt briljant. De ander is Rob Hoogland, het lukt hem elke dag een prikkelende column te schrijven, al jarenlang.

ü  H.J.A. Hofland NRC Handelsblad en de Groene. Column rust per definitie op drie pijlers; het uitgangspunt moet een origineel helder idee zijn, de stijl moet opvallen, en het geheel moet uitmonden in een conclusie. Voor mij is een column gewoon journalistiek…Ik begin gewoon, en dan ontstaat er vanzelf wat. Al is het wel handig als ik vooraf de conclusie al bedacht heb…Een enkeling volg ik vooral om te zien of hij alweer een nieuw dieptepunt heeft weten te bereiken…Max Pam noemt hij inventief, licht venijnig, met altijd een kleine tournure waarmee hij iemand te pakken neemt. De meest inventieve en dapperste columnist is Hugo Brandt Cortius.
De beste in mijn vak, mijnheer, dat is toch geen vráág?

ü  Bas Heine NRC Handelsblad. Er is bijna geen genre zo breed als dat van de column, kenschetsen en verschillen zijn; huis-tuin en keuken, cursiefjes, rustige beschouwingen. Geweldig verbale humor, polemiek zonder opeenstapeling van bijvoeglijke naamwoorden, sereen en sec, bij Gore Vidal.
Een polemiek wordt nooit expliciet, terwijl hij voor degene die het betreft wel aankomt als een rotklap. Als je columns schrijft, heb je altijd een radar aanstaan.
Remco Campert is vaak prachtig; dat Hollandse realisme met een transcendente alledaagsheid. Bert Wagendorp wie ik altijd goed vind, boeit mij en weet me vaak te verassen.

ü  Arnon Grunberg verschillende kranten en tijdschriften o.a. Voetnoot dagelijks Volkskrant.
Een goede column wordt gekenmerkt door het feit dat de lezer de volgende column van die columnist ook wil lezen.
'Als het je op dinsdag lukt een goed stukje uit je pen te krijgen, lukt het je op woensdag ook, tenzij je dood bent.'...Er is verder niets op tegen over persoonlijke besognes te schrijven…Kristof New York Times en Friedman reizen veel en zijn goed geïnformeerd, de laatste is weggezakt meldt Arnon. H.Brandt Cortius heeft geschreven dat iedere columnist zichzelf de beste vindt en dat is natuurlijk waar…Beroepshalve lees alle columns van de Volkskrant, min of meer van a tot z, maar uiteraard heb ik geen mening over mijn collega’s.

ü  Rob Weinberg NRC.next…Een goede column, moet in zijn ogen in het klein een groter fenomeen belichten…Inhoud kan nooit op zichzelf staan, maar vorm ook niet. Zoals feiten niet op zichzelf kunnen staan. Die gaan pas werken als je ze vorm geeft. Micha Wertheim doet dat erg goed. Die laat in zijn columns voortdurend zien dat hij zich ervan bewust is dat wat je zegt bepaald wordt door hoe je het zegt…Ik wil wel een positie innemen tegenover een onderwerp, in dit geval een optocht. Bas Heijne die het goed kan doet dat vaak niet. Bij hem is het vooral: 'Kijk, die mensen maken zich druk over het verkeerde onderwerp.' Dan weet ik vaak nog steeds niet waar hij zelf staat. Als je kritisch bent, lijk je altijd slimmer dan de anderen. Maar dan wil ik graag horen hoe jij er dan tegen aan kijkt. Bas Heijne staat bij mij bovenaan. De manier waarop hij je elke keer meeneemt in zijn gedachteontwikkeling vind ik indrukwekkend.

Het artikel stelt de vraag; aan welke wetten moet een goede column voldoen?
Twaalf columnisten over hun metier, zichzelf en elkaar en wie is de beste in het vak.
Door Coen Verbraak foto’s Eddo Hartman.




dinsdag 31 januari 2012

CONCEPT NAAR EEN ONDERZOEKSJOURNALISTIEK


Albert de Vries over schriftelijk verslag in Onderzoek in eigen werk Try-Out 1999.
Albert nodigt uit tot een schrijven waarbij de onderzoeker zichzelf inclusief neemt.
De kern van onderzoek is; "De overdraagbaarheid neemt toe naarmate de onderzoeker zelf in het onderzoek zichtbaar wordt".
Zijn motivatie is: "…Alleen door de eigen grens en het overwinnen daarvan te laten zien wordt de luisteraar/lezer meegenomen in het onderzoeksproces zoals zich dat werkelijk heeft afgespeeld. Degene die de presentatie hoort/leest kan zichzelf vergelijken met de onderzoeker en zijn situatie en kan beoordelen in hoeverre zijn eigen situatie daarmee overeenkomt of er van afwijkt en zien op welke punten een vertaalslag nodig is."
Hij plaatst bij het schrijven de kanttekening; "dat daar kennelijk de gewoonte optreedt te generaliseren, ook sterk de gewoonte om uit te leggen.
Blijkbaar nodigt papier (of digitaal document), dat blanco is, geen voorgeschiedenis en individualiteit kent en niet kan meebeleven wat er gebeurt, uit tot een dergelijke schrijfwijze."
In tegenstelling tot spreken voor publiek, waarbij de luisteraar zichtbaar is.

Over het schrijven als onderzoek ambacht.
Albert vat het schrijven op als onderzoek ambacht, aders gezegd het schrijven vindt tijdens het onderzoeken plaats en niet zoals gebruikelijk na het onderzoek.
Praktisch betekent dit voor het schrijven werken met een concept, wat een aantal malen wordt herschreven en doorgewerkt, voor de presentatie plaatsvindt.
In het onderzoekend schrijven vertaal je de innerlijke processen in letter/woorden in taal/beelden.
In het herhaalde doorwerken reflecteer je op de valkuilen generaliseren en uitleggen, overwin je deze tot aan de presentatie.

Het voor-presenteren, aan een lezerskring, kan een vorm zijn om het onderzochte te toetsen.
Ø  Laat anderen meekijken in je werk.
Ø  Schrijf ik uit eigen ervaring en zijn de potenties (is de boodschap) herkenbaar?
Ø  Kan de presentatie van het onderzoek door een algemeen publiek worden gelezen?
Ø  Word ik als onderzoekend schrijver zichtbaar of speelt mijn rol-en/functie een dominante rol?
Ø  Waar kunnen mijn eigen ideeën verder worden doorgewerkt?

"Het voornaamste element voor het schrijven is het principe van 'onderzoek in eigen werk', ga van de eigen ervaring uit, van datgene wat jouw geraakt heeft".
Albert de Vries. 2004l Blz. 174. Ervaringsleren cultiveren subtitel Onderzoek in eigen werk. ISBN 90-5972 054 7

Het concept 'Onderzoek in eigen werk' en de handelingsrichting ervaringsleren cultiveren is doorontwikkeld in een promotieonderzoek, met het boek als getuigenis en eindproduct.
Het eigen onderzoek is mede gedragen door literatuuronderzoek globaal 200 publicaties.
Ik kies er een uit die kenmerkend is voor situationeel handelen.
Communicatief en strategisch handelen door Herman Koningsveld en Joost Mertens.
ISBN 90-6283-671-2 Uitgeverij Coutinho 1986.
Het boekje vormt een inleiding tot de handelingstheorie ontleent aan de Theorie des kommunikatieven Handelns van Jürgen Habermas.

Een van de kernpunten vormt deze formulering van de schrijvers; "Het gezamenlijk definiëren van de handelingssituatie, S, het verrichten van instrumentele handelingen en het coördineren daarvan middels regulatieve taalhandelingen bouwen tezamen het complex op, dat we communicatief handelen noemen."
Het verrichten van communicatieve taalhandelingen is te verstaan als het afstemmen van de instrumentele handelingen, dat wat je doet bijvoorbeeld bij het opzetten van een tent, verzoeken doen tot handelen, aanwijzingen, opdrachten geven tot handelen als b.v. houdt het grondzeil vast.
Van belang is het ontwikkelen van een situatiedefinitie.
Die kan bij het onderzoekend schrijven een rol spelen en haar plaats in een kenniskring.

"Im ersten Fal ist die von einer Gemeinschaft geteilte Kulturele Überlieferung konstitutiv für die Lebenswelt, welche der einzelne Angehörige inhaltlich interpretiert vorfindet.
Diese intersubjectiv geteilte Lebenswelt bildet der hintergrund fürs kommunikative Handeln.

Deshalb sprechen Phänomenologen wie A. Schütz von der Lebenswelt als dem unthematisch mitgegebenen Horizont, innerhalb dessen sich die Kommunikationsteilnemer gemeinsam bewegen, wenn sie sich thematisch auf etwas inder Welt beziehen.

Im anderen Fall werden einzelne Bestandeile der kulturelle Überlieferung selber zumThema gemacht.
Dabei müssen die Beteiligten gegenüber kulturellen Deutungsmustern, die normalerweise ihre Interpretationsleistungen erst ermöglichen, eine reflexive Einstellung einnehmen.
Dieser Einstellungswechsel bedeutet, dass die Gültigkeit des thematisierten Deutungsmusters suspendiert und das entsprechende Wissen problematisiert wird; zugleich bringt der Einstellungswechsel den problematischen Bestandteil der kulturellen Überlieferung unter die Kategorie eines Sachverhalts, auf den man objektivierend Bezug nehmen kann.

Poppers Theorie der dritten Welt erklärt, wie kulturelle Bedeutungsgehalte und symbolische Gegenstände als etwas in der Welt verstanden und gleichseitig als höherstufige Objekte von (beobachtbare) physikalischen und (erlebbaren) mentale Vorkommnissen unterschieden werden können."

Ik onderzoek hoe en of er een verbinding is te maken met het onderstaande.

Voor het vrije geestesleven-dat wil zeggen geestesleven, welk vanuit eigen wetmatigheden zich manifesteert, is nog niet veel begrip aanwezig bij/in de huidige mensheid.
Gewoonlijk verstaat men onder geestesleven een product, in welk ieder naar eigen gekakel kraait, zoals elke haan, verontschuldig mij voor dit wat merkwaardige beeld, op zijn eigen mesthoop kraait en waar de ongeloofwaardigste samenklanken uit dit gekraai tot stand komt.

In werkelijkheid komt bij het vrije geestesleven harmonie doorgaans tot stand, omdat de geest leeft, niet de op zichzelf gestelde egoïst, omdat de geest werkelijk boven de afzonderlijke egoïst leeft, omdat de geest daadwerkelijk boven de op zich zelf gestelde egoïst een eigen leven kan leiden…
Het is een abstractie, waarvan zich vandaag de dag de mensen nog een voorstelling maken, indien zij van <vrije geest> spreken.
Dit is in het geheel geen werkelijkheid.
De vrije geest is iets, wat daadwerkelijk leeft onder de mensen, men dient dat slechts tot aanwezigheid, leven te laten komen, om het werkzaam te laten zijn onder de mensen. Men dient de geest slecht tot leven te wekken!
Blz. 182 GA 280 Methodiek und Wesen der Sprachgestaltung.

Het houden van toespraken, is een ander thema. Tip lees vanaf pagina 177 Bernard Lievegoed Lezingen en essays 1953 - 1986 ISBN 90-6038-239-0 
Concept tekst onderzoek, gevraagd aanvullingen of correctie, positief opbouwende kritiek, tips.

zondag 29 januari 2012

CONSUMENT of PRODUCENT? ALS ANTROPOSOFIE VERBINDT, WELLICHT PROSUMENT?



CONSUMENT of PRODUCENT? ALS ANTROPOSOFIE VERBINDT, WELLICHT PROSUMENT?

Individuele verschillen? NIET AFKEREN MAAR VERBINDEN.

Matthijs vraagt; Is journalistiek een beroep?
De Code* stelt: 'Het staat open voor iedereen, ongeacht of hij een professionele scholing of training als journalist heeft gehad en ongeacht of hij met zijn werkzaamheden een inkomen verdient.'
Bedoelt is; *Code voor de journalistiek van http://www.genootschapvanhoofdredacteuren.nl

Citaat uit de Code.
Een betrouwbare en pluriforme journalistiek is van het grootste belang voor de democratische samenleving, die niet goed kan functioneren zonder geïnformeerde burgers en een VRIJE UITWISSELING VAN IDEEËN.
In die open samenleving komt de journalist het recht op vrije nieuwsgaring toe, in de verantwoordelijkheid het nieuws waarheidsgetrouw, onafhankelijk, FAIR EN MET OPEN VIZIER TE BRENGEN.

V. Over databases, statistieken, peilingen en metabronnen.
…Traditioneel verstaat de journalist onder bronnen: zegslieden of publicaties van organisaties. Daarnaast is, versterkt met de opkomst van internet, een heel scala aan computergestuurde bronnen ontstaan…De opkomst van al deze nieuwe bronnen verandert niets aan DE ETHISCHE REGEL dat een journalist dient te beoordelen hoe betrouwbaar een bron is…

In Die Moralische Phantasie (Darwinisme und Sittlichkeit) hoofdstuk XΙΙ.
Uit: Die Philosophie der Freiheit auteur Rudolf Steiner 1-ste Auflage Berlin 1894.
Verantwoording, de vertaling van het begrip 'sittlich' is gebaseerd op Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (nach Pfeifer) en de context van de tekst.

In eigen vertaling: Uit het geheel van zijn ideeën stammen voor de mens concrete voorstellingen, in eerste instantie gevoed door de fantasie.
Wat de vrije geest nodig heeft, om zijn ideeën te verwezenlijken, om zichzelf zichtbaar te maken is dus de morele fantasie.
Zij is de bron voor het handelen van de vrije geest.
Dat is waarom alleen mensen met morele fantasie feitelijk zedelijk productief zijn.
Moraalpredikers duidt Rudolf als, mensen die zedelijke* voorschriften in de volle breedte uitspinnen, zonder deze tot concrete voorstellingen te kunnen klaren, zijn moreel niet productief.
Zij zijn te vergelijken met de critici die verstandelijk uit een weten te zetten, aan welke voorwaarden een kunstwerk dient te voldoen.
Maar zelf niet in staat zijn om ook maar het allerminste tot stand te kunnen brengen.

Vorm een eigen voorstelling of oordeel over de betekenis van; De ethische regel in termen van dit genootschap voor journalistiek en één van de gezichtspunten uit de filosofie van de vrijheid.
Stelt U bijvoorbeeld de vraag of U een bron van handelen door een vrije geest of Anoniem, in de reactie’s op Antroposofie in de Pers kunt terugvinden.
Lees en ontdek wat er gebeurt met reacties b.v. bij blogtitel Ecuador.

Uit de gedragscode voor Nederlandse journalisten van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren:
Geciteerd uit punt 6.
De journalist hoeft met betrekking tot de privacy geen of minder terughoudendheid te betrachten:
1.       indien anders verwarring met anderen kan ontstaan;
2.       indien het nieuwsfeit van dien aard is dat de identiteit van een betrokkene als integrerend onderdeel van de berichtgeving moet worden gezien;
3.       indien een betrokkene in lokale, regionale, nationale of internationale zin geacht kan worden een publieke of bekende persoonlijkheid te zijn.

Uit de Toelichting op de Code.
VI. Controleerbaarheid
Van oudsher is het controleren van feiten – "Is dit waar?" – Een taak van de professionele journalist. GEZOND WANTROUWEN EN KRITISCH VERMOGEN BEHOREN TOT ZIJN BELANGRIJKE SKILLS.
Nu niet langer alleen professionele journalisten toegang hebben tot bronnen, moeten journalisten het controleren van feiten delen met niet-journalisten.
Wie zich dat aantrekt, maakt meer werk van bronvermelding. Ook dat is een vorm van transparantie en accountability.

Geciteerd uit; X. Bindingen
…Hiermee erkent de code dat journalisten nog andere belangen kunnen dienen dan die van de journalistiek, hun medium en de waarheid zelf.
Journalisten moeten een maatschappelijke rol kunnen vervullen buiten hun medium, maar dienen in hun berichtgeving onafhankelijk te zijn, of TEN MINSTE MELDING TE MAKEN VAN HUN BINDINGEN INDIEN DIE RELEVANT ZIJN.
HET LIGT VOOR DE HAND DAT DEZE ETHISCHE NORM JUIST OOK VAN BETEKENIS IS VOOR JOURNALISTEN VAN NIEUWE MEDIA ALS WEBLOGS.

Geciteerd uit; XVI. Anonieme bijdragen van journalisten
…Door de opkomst van internet is "meepraten over het nieuws" veel algemener geworden dan voorheen, TERWIJL ANONIEM REAGEREN DE BREED GEACCEPTEERDE NORM IS.
Desondanks moeten journalisten vermijden dat de indruk kan ontstaan dat ze naar WILLEKEUR anders dan met OPEN VIZIER te werk gaan.

Volgt de beheerder van het blog Antroposofie in de Pers de ontwikkeling van het internet publiek?
Dat publiek in het internetverkeer, nog ouderwets publiek was, in termen van consumeren wat wordt aangeboden en dit zonder 'slag of stoot' aan te nemen is reeds langer voorbij.

Bijvoorbeeld de Amerikaanse journalistiek professor schreef op 27 juni 2006 op                    Pressthink; 'the people formely known as the audince': zij die voorheen werden aangeduid als publiek, nemen voortaan zelf de touwtjes in handen.
Een trend die in 1972 al werd voorzien, meldt het handboek Crossmediale journalistiek en redactie van Arjan Dasselaar/ Alexander Pleijter ISBN 978-90-5940-447-2.
De trend die werd voorzien is het vermengen van de rollen van producenten en consumenten.
De futuroloog Alvin Toffler gebruikt in zijn boek The third wave de term prosumer een samentrekking van producer en consumer.

We leren veel meer wijsheid uit mislukkingen dan uit successen.
Samuel Smiles; Schots innovator en auteur van zelfhulp boeken 23-12-1812 – 16-04-1904†.

zaterdag 28 januari 2012

ANTROPOSOFISCHE 'VRIENDEN' MET INVLOED

ANTROPOSOFISCHE 'VRIENDEN' MET INVLOED, leuker kan ik het niet maken.

Ik heb Michel gelegenheid geboden te reageren op door mij gestelde vragen op zijn blog.
Ik heb de gelegenheid geboden elkaar, samen met reageerders te ontmoeten.

Het antwoord van hem is…?

Ik kom een aantal dagen niet op zijn blog, tot er vanmorgen op mijn telefoon via zijn Blog item Ecuador van de bekende reageerder Ridzerd van Dijk verschijnt.
Welke diagnose stelt de dokter?

Omring je met vrienden zoals Michel Gastkemper, John Wervenbos, Frans Wuijts en Ridzerd Martinus van Dijk en bezoek het blog op zijn naam bij Wordpress.

Daar lees je b.v. dat Michel vriendelijk en beleefd kan zijn, dat vermogen ontbreekt niet.
Michel Gastkemper | 8 januari 2011 om 10:29 |
Ja, dat had ik al gezien en dat leek me een uitstekend idee! De wereld is groter dan alleen Steiner.
Daarnaast heeft u ook zelf vaak leuke en interessante dingen te melden.
En niet te vergeten: van u krijg ik tenminste reactie!

Kennelijk smacht Michel naar reacties, dat blijkt uit het toegevoegde begrip 'tenminste'.
Matthijs vraagt een kronkel van Michel?
Vreemde kronkel van Michel, hier wordt dank uitgesproken en gesteld de wereld is groter dan alleen Steiner.
Dat is een onthullend pijnpuntje voor een blogbeheerder Antroposofie in de Pers.
Waarom dan als waakhond optreden bij een reagerende Matthijs?
Waarom wordt Matthijs weg gemodereerd en de laan uitgestuurd en beginnen zijn 'vriendjes te applaudisseren' en bijval te tonen?

Uit in de kop van het blog van Ridzerd: 'Citaten en fragmenten uit het werk van de grote ziener in het land der blinden, Rudolf Steiner'.

Waarmee het oordeel wordt uitgesproken dat, de gehele wereldbevolking bestaat uit blinden?

De inmiddels 87 jaar overleden Rudolf Steiner, wordt aangeroepen als de grote ziener, tenminste zijn werk.

Wat doen mensen met de inspiratie die van zijn werken uitgaat?
Zowel zijn wetenschappelijke kennis, zijn vakkennis, denk aan de werkgebieden als het medische veld, het pedagogische, cultuur, economie, sociaal, filosofisch, landbouw enzovoort, en zijn verstandigheid of praktische wijsheid.

Zou Rudolf Steiner zich ooit 'als de grote ziener in het land der blinden' hebben geprofileerd?

In zijn 'Mein Lebensgang*', alsof hij al waakzaam was voor persoonsverheerlijking.

Hij schrijft: 'Ik moet aan mijzelf bekennen, dat dit (het schrijven van zijn levensweg) niet in mijn aard ligt.
Het was voortdurend mijn streven, dat wat ik te zeggen heb en wat ik meende te moeten doen, zodanig vorm te geven dat het de zaak dient en niet het persoonlijke belang'.

*Uit het boek blz. 2 en 7, eigen vertaling Mein Lebensgang, in 1925 uitgegeven.